dutch versionchinese version

column

Gepubliceerd op November 24, 2017 door: Asian News

Terugbetaling van het schoolgeld na vroegtijdige uitschrijving

De Nederlandse Hoge Raad heeft eind oktober j.l. een definitieve uitspraak gedaan in een geschil tussen een student, in casu onder het pseudoniem Xiao en de particuliere hogeschool TIO.

In deze zaak stond de vraag centraal of het tussentijds afbreken van de studie ertoe leidt dat de student alsnog het gehele bedrag aan schoolkosten zou moeten voldoen, ondanks dat de student geen onderwijs meer volgde.

De gedaagde in deze zaak is de student Xiao, die aan het einde van augustus 2012 was toegelaten tot de particulieren hogeschool TIO voor de studie “Hotel Management”. Het schoolgeld bedroeg op dat moment €12.600,- per jaar. Xiao heeft vlak na toelating tot de hogeschool een bedrag van €11.801,10 betaald voor schoolgeld, waarna er nog een bedrag van €798,90 voldaan zou moeten worden.  Daarnaast moest Xiao ook een inschrijfformulier (ook wel een studieovereenkomst genoemd) tekenen, met op de achterkant de algemene voorwaarden opgenomen die TIO hanteert.

Twee maanden na aanvang kon Xiao zijn studie niet meer voortzetten vanwege psychische klachten. Daarop heeft de vader van Xiao op 1 december 2012 een brief geschreven naar de hogeschool met het verzoek om een deel van het schoolgeld terug te betalen vanwege de bijzondere medische oorzaak waardoor Xiao zijn studie niet kon voortzetten. Twee weken later liet TIO weten niet akkoord te gaan met verzoek tot terugbetaling en schreef daarover het volgende: “U geeft ons in overweging om af te wijken van de algemene bepalingen uit de studieovereenkomst. Onze handelswijze is echter, mede vanwege precedentwerking, vast te houden aan het overeengekomene uit de studieovereenkomst. Niet alleen ten aanzien van de verplichtingen van Tio, maar ook die van cliënt. Tio handhaaft derhalve de factuur van het collegegeld.” 

Hierbij beriep TIO zich op de algemene voorwaarden, die hoorde bij de studieovereenkomst. Daaruit volgt dat studenten vrij zijn om tussentijds te stoppen met de studie, maar dat als zij zich na 31 augustus 2012 uitschrijven, zij verplicht zijn om alle schoolkosten te betalen. Vervroegde beëindiging van de studie vermindert niet het bedrag dat de student moet betalen aan TIO en ontslaat de student ook niet van openstaande betalingsverplichtingen.

Kort daarna is TIO een procedure gestart bij de rechter, om het resterende bedrag aan schoolgeld à €798,90 te vorderen van Xiao. Daarop heeft Xiao een tegenvordering ingesteld bij de rechter, waarin hij een bedrag van €8.839,90 vordert aan schoolgeld, dat evenredig is aan het aantal maanden waarin hij geen onderwijs meer heeft gevolgd bij TIO. Deze vorderingen zijn het begin van een langdurige juridische strijd tussen TIO en de student, die uiteindelijk vijf jaar zal duren. Zowel in eerste aanleg als in beroep wordt de vordering van TIO afgewezen, waarna TIO hoger beroep instelt bij de Hoge Raad. De Hoge Raad geeft in oktober dan eindelijk het verlossende antwoord en luidt daarmee het einde in van deze lange gerechtelijke procedure.

De Hoge Raad heeft in deze belangrijke uitspraak het volgende overwogen: De overeenkomst die gesloten wordt tussen een school en een student is een overeenkomst in de zin van artikel 7:413 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en 7:408 BW. Op grond van deze artikelen hebben studenten altijd het recht om de overeenkomst op elk moment te beëindigen. De school heeft vervolgens recht op een redelijk gedeelte van het schoolgeld. Dit volgt uit artikel 8:411 van het BW.

Op grond van dit uitgangspunt kan geconcludeerd worden dat de algemene voorwaarden van TIO, waaruit volgt dat de student het gehele bedrag aan schoolgeld moet betalen, ook al stopt deze student tussentijds, niet in overeenstemming is met hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen. De opzeggingsclausule uit de algemene voorwaarde druist in tegen de bedoeling van artikel 7:408 BW, waaronder de student grote bescherming geniet. Tevens zijn deze algemene voorwaarden niet in overeenstemming met artikel 6:233 BW en de Richtlijn 93/13/EEG, waarin ook het belang van de consument, in casu de student, voorop wordt gesteld.

Het is in ieder geval duidelijk dat de algemene voorwaarden die TIO hanteerde in strijd waren met de wet en daardoor ongeldig verklaard konden worden. Student Xiao hoefde daardoor niet alleen het bedrag van €768,90 niet te voldoen aan TIO, maar TIO moest aan Xiao een bedrag van €8.000,- betalen. Dit bedrag bestond onder andere uit teveel ontvangen schoolgeld en proceskosten.

Mocht jij als student een soortgelijke situatie zijn tegengekomen, dan kun je contact opnemen met ons kantoor: Mynta Law, info@mynta.nl, 070- 205 11 62.

 

 

print
comments powered by Disqus