Extra steun aan middelgrote horecabedrijven is noodzakelijk

De Vereniging Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCHO) vraagt in een brief aan de ministers Koolmees, Hoekstra en Wiebes om extra steun voor middelgrote horecabedrijven, zoals all-you-can-eat en wereldrestaurants, die veelal gerund worden door Chinese/Aziatische ondernemers. Juist deze groep middelgrote ondernemers wordt extra zwaar getroffen door de coronacrisis en de daaruit voortvloeiende sluiting van de horeca.

Nederland telt op dit moment 61.775 horecabedrijven die werk bieden aan meer dan 310.000 personen. Ongeveer 5.500 van deze bedrijven behoort tot de groep middelgrote horecabedrijven en is goed voor 55% van de werkgelegenheid. De maandelijkse vaste lasten van deze ondernemingen kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s, ongeacht of ze open of dicht zijn. Horecaondernemer Harmen de Glint runt samen met zijn Chinese zakenpartner een zestal grote, Aziatische restaurants: “In onze restaurants bieden wij werkgelegenheid aan 400 personen, maar met maandelijkse vaste lasten van ruim een ton hebben we meer steun van de overheid nodig om de werkgelegenheid te blijven garanderen.”

De VCHO komt in samenspraak met ondernemers met een voorstel voor twee extra noodmaatregelen, die als doel hebben de vaste lastendruk van ondernemers te verlagen.

Huurcompensatie
Zonder omzet en inkomsten weegt de huur zwaar voor alle horecaondernemers. Daarom pleit VCHO voor de aanpak zoals de Zweedse overheid hanteert. Daar neemt de huurder, de verhuurder en de overheid ieder één derde van de huur voor zijn rekening en ontvangen verhuurders alsnog een groot deel van de geprognotiseerde huurinkomsten. Een maatregel in die trant is nodig nu veel verhuurders blijk hebben gegeven niet bereid te zijn om in harmonieus overleg tot afspraken te komen over de huurkosten.

Kwijtschelding werkgeverspremies
VCHO vraagt de ministers om de werkgeverspremies voor de maanden waarin horecazaken dicht moeten blijven kwijt te schelden. De werkgeverspremies bedragen voor een vaste kracht 12,4% en voor een flexibele kracht 17,8% van het bruto loon. Een voorbeeld: als de maandelijkse loonsom van een middelgrote horecaonderneming € 40.000 bedraagt en het personeel bestaat voor 40% uit vast personeel en 60% uit flexibel personeel, zou de overheid € 6.256 per maand kwijtschelden. Door deze maatregel wordt de financiële druk iets verlicht, al moet de ondernemer nog steeds flink in de buidel tasten.

Extra steun noodzakelijk
VCHO luidt de noodklok en hoopt dat de overheid op korte termijn met extra steun zal komen voor deze specifieke groep ondernemers. Mevrouw Liping Lin, directeur VCHO: “Zonder extra steun zullen deze bedrijven, die circa 170.000 personen werk bieden, het niet lang kunnen volhouden. De afgekondigde noodmaatregelen van de overheid zullen voor deze groep niet het beoogde resultaat hebben. Aanvullende maatregelen voor deze specifieke groep zijn noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen en de werkgelegenheid voor een grote groep mensen te behouden.”

 

Bron: VCHO