dutch versionchinese version

column

Gepubliceerd op October 18, 2018 door: Asian News

Hoe kunnen ouders naar Nederland emigreren?

Het eerbiedigen van ouders is een traditionele deugd in de Chinese natie. Veel ouders in de westerse wereld kiezen ervoor om te verhuizen naar een verpleeghuis als ze te oud zijn om nog zelfstandig te kunnen wonen. In de Chinese cultuur is het daarentegen gebruikelijk dat de kinderen graag hun ouders en grootouders ondersteunen. Dit geldt evengoed voor Chinezen die al lange tijd in Nederland wonen en werken en graag voor hun ouders willen zorgen. In 2010 heeft de Nederlandse regering het beleid omtrent vestiging van eenoudergezinnen, waarbij de ouder 65 jaar of ouder is, afgeschaft. Op dit moment heeft geen enkele politieke partij voorgesteld om dit beleid weer in werking te laten treden.

Gewone visa’s geven ouders het recht om per 180 dagen, 90 dagen in Nederland te verblijven. Na 90 dagen moeten ouders weer terug naar China. De ouders moeten daarna weer 90 dagen wachten voordat ze weer naar Nederland mogen komen. Dit is verre van een passende oplossing, helemaal als het om bejaarden gaat. Daarom bespreek ik in deze rubriek hoe ouders kunnen emigreren naar de Europese Unie op basis van Europees recht.

(Let op: Dit artikel is gericht op ouders van volwassen EU-burgers. Als u een ouder bent van een minderjarige EU-burger, dan verwijs ik u graag naar de rubriek “Kinderen van Nederland, ouders zonder verblijfsvergunning, de bestaande verblijfsmogelijkheden voor ouders”)

Ingevolge de EU-richtlijn 2004/38 hebben EU-burgers het recht op vrij verkeer. Dit recht is ook van toepassing op de gezinsleden van deze EU-burgers (ongeacht de nationaliteit van de gezinsleden). Hieronder wordt dieper ingegaan op twee aspecten van de EU-richtlijn 2004/38: Vrij verkeer en familieleden.

Wat is vrij verkeer?

Vrij verkeer is een basisprincipe van de EU. Het vrije verkeer ziet op de vrije stroom van mensen, kapitaal, goederen en diensten, ook wel de vier vrijheden genoemd. De EU-richtlijn 2004/38 is specifiek gericht op het vrije verkeer van personen. Volgens deze richtlijn hebben EU-burgers en hun gezinnen het recht om elk EU-land binnen te reizen, te verlaten en er voor langere tijd te verblijven. Als u langer dan drie maanden in een ander EU-land wil verblijven, moet dit met één van de volgende vier doelen zijn:

  1. Werken bij een bestaand bedrijf of zelf een bedrijf opstarten
  2. Studeren
  3. Verblijven met voldoende middelen van bestaan (ook wel: economisch niet actief)
  4. Vergezellen van een EU-burger

Voor elk type verblijf gelden andere voorwaarden (bijvoorbeeld of je inkomen nodig hebt, hoe hoog dit inkomen moet zijn, of je een zorgverzekering moet hebben etc.). Daarbij kunnen de voorwaarden ook verschillen per land. Als de EU-burger eenmaal voldoet aan alle voorwaarden, genieten de gezinsleden van de EU-burger dezelfde rechten. Daarbij moet opgemerkt worden dat Nederlanders die in Nederland wonen geen gebruik maken van hun EU-rechten. Alleen wanneer Nederlanders naar een andere EU-lidstaat reizen (zoals bijvoorbeeld naar België), maken zij gebruik van hun EU-recht op vrij verkeer. Nog een voorbeeld om het voorgaande verder te verduidelijken: Als u of uw echtgenote de Duitse nationaliteit heeft en in Nederland werkt, maakt uw gezin gebruik van het recht op vrij verkeer.

Wie zijn de gezinsleden van EU-burgers?

Volgens artikel 2 van de Richtlijn 2004/38 vallen onder de gezinsleden van EU-burgers:

  1. Echtgenoten
  2. Geregistreerde partners
  3. Kinderen jonger dan 21 jaar en hun echtgenoten of geregistreerde partners en hun kinderen die ouder zijn dan 21 jaar, maar financieel nog niet onafhankelijk zijn van hun ouders
  4. Ouders die economisch afhankelijk zijn van een EU-burger en hun echtgenoten of geregistreerde partners

Duidelijk is dat het EU-recht een breed scala aan gezinsleden heeft gedefinieerd. De oplettende lezer heeft misschien opgemerkt dat voor ouders een extra voorwaarde geldt, namelijk dat zij financieel afhankelijk moeten zijn van een EU-burger. Maar wat houdt dit precies in? In de richtlijn 2004/38 wordt niet vermeld wat dit precies inhoudt. De wetgever heeft hier ruimte overgelaten aan de rechter om dit verder in te vullen.

Economisch afhankelijk van EU-burger

De definitie van “economisch afhankelijk van EU-burgers” kan worden uitgelegd aan de hand van uitspraken van het Europese Hof van Justitie. De eerste uitspraak was de “Jay Judgement” d.d. uit 2007. Deze zaak gaat over een Chinese moeder genaamd Jia. De zoon van Jia, de heer Li was met een Duitse onderdaan getrouwd en woonde in Zweden. Mevrouw Jia hoopte ook naar Zweden te kunnen verhuizen om zich zo bij haar zoon en schoondochter te kunnen voegen. In 2003, nadat mevrouw Jia met een toeristenvisum naar Zweden was gegaan, vroeg zij in augustus van datzelfde jaar een verblijfsvergunning aan bij de Zweedse immigratiedienst. U kunt misschien al raden wat het resultaat was, maar deze aanvraag werd door de Zweedse immigratiedienst afgewezen. Daarop ging mevrouw Jia in beroep. De Zweedse (administratieve) rechtbank heeft toen een vraag gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. In deze vraag werd om verduidelijking verzocht hoe de wet geïnterpreteerd moest worden omtrent economische afhankelijkheid. Het Hof van Justitie oordeelde dat “economische afhankelijkheid van een EU-burger” als volgt geïnterpreteerd moet worden:

(de volgende paragraaf is bedoeld voor lezers die graag wettelijke bepalingen en gerechtelijke uitspraken lezen):

“[M]embers of the family of a Community national established in another Member State within the meaning of Article 43 EC need the material support of that Community national or his or her spouse in order to meet their essential needs in the State of origin of those family members or the State from which they have come at the time when they apply to join that Community national. Article 6(b) of that directive must be interpreted as meaning that proof of the need for material support may be adduced by any appropriate means, while a mere undertaking from the Community national or his or her spouse to support the family members concerned need not be regarded as establishing the existence of the family members’ situation of real dependence”.

Samenvattend oordeelt het Europees Hof van Justitie dat economische afhankelijkheid inhoudt dat het gezinslid van de EU-burger in het thuisland (bijvoorbeeld China) al in zulke mate financieel afhankelijk moet zijn van de EU-burger, dat deze EU-burger voorziet in materiele steun om ervoor te zorgen dat het gezinslid in de basisbehoeften wordt voorzien. Bovendien constateert het Hof van Justitie dat het bewijs dat de gezinsleden financieel afhankelijk zijn van een EU-burger, op verschillende manieren kan worden bewezen. Het is echter niet voldoende om te beloven dat de EU-burger voor het afhankelijke gezinslid zal gaan zorgen, omdat zij dan niet kunnen bewijzen dat het gezinslid daadwerkelijke steun nodig heeft.

In een andere zaak, het Reyes-arrest, heeft het Hof wederom antwoord gegeven op gelijksoortige vraag. Ook deze zaak, d.d. uit 2014, is gericht tegen de Zweedse immigratiedienst. Deze keer gaat het echter om een Filipijnse onderdaan. Nu het eenzelfde vraag betreft als de vraag die hierboven is beantwoord, zal deze zaak niet verder besproken worden in dit artikel.

Implementatie van de EU-richtlijn

EU-lidstaten zijn verplicht om EU-wetgeving uit te voeren als nationale wetgeving. Zodra de richtlijn is geïmplementeerd in de nationale wetgeving, maar de bedoeling en strekking van de richtlijn niet geschonden worden. Elke lidstaat wordt een bepaalde periode gegund om de richtlijn te implementeren, waarbij elke richtlijn ook een finale implementatiedatum noemt. De implementatiedatum van de Richtlijn 2004/38 was op 30 april 2006 gesteld. Derhalve moet elke lidstaat de richtlijn geïmplementeerd hebben in nationale regelgeving. Sommige lidstaten hebben deze implementatie echter vertraagd of onvolledig geïmplementeerd.

Hoewel het Europese Hof van Justitie een juridische interpretatie heeft gegeven van wat verstaan moet worden onder economische afhankelijkheid, heeft het Hof niet aangegeven wel bewijs moet worden aangeleverd om economische afhankelijkheid aan te tonen. Dit heeft veel ruimte gegeven aan de verschillende lidstaten om te bepalen welke bewijzen overgelegd moeten worden. De verschillende soorten bewijs en de waardering van het bewijs verschilt dan ook sterk per lidstaat.

Ter illustratie: in een zaak uit april 2016 heeft een Ghanese moeder zich bij haar zoon gevoegd, die een EU-burger is. Dit werd echter niet geaccepteerd door de IND. De zaak is uiteindelijk voorgelegd aan de Raad van State. Deze hoogste administratieve rechtbank heeft in deze zaak geoordeeld dat:

“Uit de enkele omstandigheid dat de referent over een lange periode regelmatig een som geld aan de vreemdeling heeft betaald, volgt derhalve niet zonder meer dat de geboden steun ook daadwerkelijk noodzakelijk was om in de basisbehoefte van de vreemdeling te voorzien.”

Kortgezegd heeft deze uitspraak de volgende strekking:

“De langdurige en regelmatige afdracht van financiële middelen door de garant aan zijn familieleden bewijst niet dat de verstrekte financiële steun noodzakelijk is voor zijn gezin om in de basisbehoefte te zijn voorzien.”

Geconcludeerd kan worden dat in iedere EU-lidstaat specifieke vereisten gelden en dat de beoordeling van het bewijs sterk kan verschillen.

Terugkeer naar Nederland vanuit een ander EU-lidstaat

U vraagt zich na bovenstaande gelezen te hebben of het mogelijk is om uiteindelijk terug te keren naar Nederland, nadat uw ouders zich bij u hebben gevoegd in een ander EU-lidstaat (bijvoorbeeld, u bent naar België verhuisd om ervoor te zorgen dat uw ouders zich bij u kunnen voegen in de EU. Nu wilt u graag terugkeren naar Nederland). Hierover heeft het Europees Hof van Justitie een belangrijke uitspraak gedaan in maart 2014. Hierin overweegt het Hof het volgende:

(de volgende paragraaf is wederom bedoeld voor lezers die graag wettelijke bepalingen en gerechtelijke uitspraken lezen):

“Where a Union citizen has created or strengthened a family life with a third country national during genuine residence, pursuant to and in conformity with the conditions set out in […] Directive 2004/38/EC […],in a Member State other than that of which he is a national, the provisions of that directive apply by analogy where that Union citizen returns, with the family member in question, to his Member State of origin. Therefore, the conditions for granting a derived right of residence to a third country national who is a family member of that Union citizen, in the latter’s Member State of origin, should not, in principle, be more strict than those provided for by that directive for the grant of a derived right of residence to a third country national who is a family member of a Union citizen who has exercised his right of freedom of movement by becoming established in a Member State other than the Member State of which he is a national.”

Bovenstaande houdt in dat als een EU-burger en zijn niet-EU gezinsleden gezinshereniging hebben kunnen vestigen, door te verhuizen naar een ander EU-lidstaat, en deze EU-burger en de niet-EU gezinsleden willen daarna terugverhuizen naar het “originele” EU-lidstaat waar de EU-burger eerst woonachtig was, dan is de Richtlijn 2004/38 eveneens van toepassing op de gezinsleden die meereizen naar deze “originele” EU-lidstaat. De voorwaarden voor de verblijfsvergunning voor de meereizende niet- EU onderdanen niet strenger zijn dan de voorwaarden die golden voor de verblijfsvergunning in de eerste EU-lidstaat.

Omdat de eisen en de waardering van het bewijs zo sterk verschilt per lidstaat, is het zeer erg aan te raden om een advocaat of jurist te vinden die het feitelijke proces in die lidstaat goed kent en uw aanvraag goed kan begeleiden.

Andere opties

Naast de bovengenoemde manier van gezinsvorming zijn er nog twee andere opties om uw ouders naar Nederland over te laten komen: Het Nederlandse medische visum en de procedure op basis van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Echter is het slagingspercentage van beide aanvraagprocedures gering. Voor de aanvraag op medische gronden moet er sprake zijn van een medische noodsituatie. Op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens heeft ieder het recht op familieleven, maar de bescherming op grond van artikel 8 is minimaal gegarandeerd. De IND neemt over het algemeen aan dat de ouders en de kinderen al jaren gescheiden van elkaar hebben geleefd en dat zich nog nooit eerder problemen hebben voorgedaan. Een verdere voortzetting van de gebroken gezinssituatie heeft dan ook geen verdere gevolgen voor het recht op gezinsleven. Daarbij wordt meegewogen dat door de vergaande technische ontwikkelingen het mogelijk is om via internet contact te hebben en zo het gezinsleven te kunnen onderhouden.


Mocht u verdere informatie willen over hereniging met uw ouders, dan kunt u contact opnemen per e-mail (info@mynta.nl) en per telefoon (070-205 11 60)

Afbeelding: Freepik

print
comments powered by Disqus