Het Khachab arrest: Is uw inkomen voldoende?

In april 2016 heeft het Europees Hof van Justitie een belangrijk arrest gewezen over het middelenvereiste bij gezinshereniging (hierna te noemen: het Khachab arrest). Zoals u waarschijnlijk weet, als u uw partner naar Nederland wilt halen of als u in aanmerking wilt komen voor een verblijfsvergunning langdurig ingezetene, dient u te bewijzen dat u over voldoende middelen van bestaan beschikt. Het middelenvereiste houdt in dat het inkomen duurzaam, zelfstandig en voldoende moet zijn. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat het inkomen van iemand in de optiek van de IND niet duurzaam genoeg is. In het verleden moest het inkomen ten minste nog 12 maanden beschikbaar zijn na de datum waarop de IND de verblijfsaanvraag ontving.

Het Khachab arrest gaat over de toepassing van het middelenvereiste in Spanje. De heer Khachab woont in Spanje en hij is in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning onbepaalde tijd. In het kader van gezinshereniging wilde hij zijn echtgenote naar Spanje halen. Maar de Spaanse immigratieautoriteit heeft de aanvraag van zijn vrouw afgewezen, omdat de Spaanse immigratieautoriteit van mening was dat het inkomen van de heer Khachab niet duurzaam genoeg was. De heer Khachab heeft in de zes maanden voor de aanvraag circa zestig dagen gewerkt bij een bouwbedrijf. Daarna ging hij sinaasappels plukken op een boerderij. De Spaanse rechter heeft deze zaak verwezen naar het Europese Hof van Justitie. De Spaanse rechter stelde twee vragen aan het Europees Hof.

  1. Staat de Gezinsherenigingsrichtlijn een toekomstige inkomenstoets toe?
  2. Mag de duurzaamheid/regelmatigheid van het inkomen worden gecheckt door terug te kijken naar de inkomensgeschiedenis in de zes maanden voorafgaand aan de verblijfsaanvraag?

Ten opzichte van de eerste vraag is het Europees Hof van Justitie van oordeel dat de lidstaten de duurzaamheid van het toekomstige inkomen wel mogen beoordelen. Daarbij voegt het Hof toe dat het doel van deze toets het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid is.

Ten opzichte van de tweede vraag is het Hof van Justitie van oordeel dat de lidstaten de bevoegdheid om eisen te stellen aan gezinshereniging niet op een manier mogen invullen die afbreuk doet aan het doel van de Richtlijn en aan het nuttig effect ervan. De wijze waarop de lidstaten deze bevoegdheid uitoefenen moet unierechtelijk gezien proportioneel zijn. Dit mag niet verder gaan dan noodzakelijk om dat doel te bewerkstelligen. Tegelijkertijd wijst het Hof erop dat de lidstaten bij het beoordelen van het inkomen alle belangen van de betrokkene in overweging moeten nemen.

Nadat het Hof dit arrest heeft gewezen, heeft de Nederlandse bestuursrechter diverse uitspraken gedaan, waarin aandacht werd besteden aan de rechtsoverwegingen van het Khachab arrest. Hieronder geven wij u twee concrete voorbeelden.

In november 2016 heeft de Rechtbank Den Haag (zittingsplaats: Middelburg) een uitspraak gedaan. In deze zaak wilde de vreemdeling zijn verblijfsdoel laten wijzigen naar verblijf bij partner. Maar het inkomen van de sponsor was niet genoeg. De vreemdeling zelf had wel inkomen. De Middelburgse rechter is van oordeel dat de IND ten onrechte het inkomen van de vreemdeling niet heeft meegenomen bij de beoordeling van de aanvraag. De rechter is van oordeel dat afbreuk werd gedaan aan het doel van de richtlijn en aan het nuttig effect.

In juni 2017 heeft Rechtbank Den Haag (zittingsplaats: Amsterdam) een andere uitspraak gedaan. In deze zaak heeft de IND de aanvraag van een vreemdeling afgewezen, omdat de vreemdeling in de optiek van de IND niet over voldoende middelen van bestaan beschikte. Maar de Amsterdamse rechter was van oordeel dat de IND bij de beoordeling van het inkomen alle belangen van de desbetreffende persoon in overweging diende te nemen. In deze zaak heeft de betrokkene meer dan 100.000 EUR spaargeld op zijn bankrekening. De betrokkene is hoogopgeleid en heeft mooie werkervaring. De rechtbank oordeelt dat de kans dat de betrokkene, gezien zijn spaargeld en prachtige werkervaring, een beroep zal doen op de bijstandsuitkering minimaal is.

Het wordt duidelijk dat de IND bij het beoordelen van het inkomen geen inbreuk mag maken op het doel van de Richtlijn en het nuttig effect van de Richtlijn. Tevens moet de IND alle belangen van de betrokkene in overweging nemen. De maatregel moet Unierechtelijk gezien proportioneel zijn. Deze maatregel mag niet verder gaan dan noodzakelijk om het doel van de Richtlijn te dienen.
Mocht u nog andere vragen hebben naar aanleiding van dit artikel, kunt u contact opnemen met Mynta Law. Tel: 070 205 1160; E-mail: info@mynta.nl