Editie 529 zal verschijnen op: 05-06-2024
Het arrest Chavez-Vilchez: verblijfsmogelijkheid voor niet-EU ouders
Op 10 mei 2017 heeft het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) een belangrijke uitspraak gedaan, ook wel bekend als het Chavez-Vilchez arrest.
Het Chavez-Vilchez arrest is een vervolg op het Zambrano arrest. Het Zambrano arrest komt uit 2011. Het arrest is van toepassing op de situatie waarin een kind met de Nederlandse nationaliteit waarvan de ene ouder de Nederlandse nationaliteit bezit en de andere ouder niet-EU nationaliteit bezit. Volgens het Zambrano arrest mag de ouder met niet-EU nationaliteit overeenkomstig artikel 20 van het Werkingsverdrag van de Europese Unie (VWEU) verblijfsrecht aanvragen. Voorwaarden daarvoor zijn wel dat de Nederlandse ouder niet meer voor het kind zorgt of afstand heeft gedaan van het kind. Als de niet-EU ouder de EU moet verlaten, dan moet het Nederlandse kind dat afhankelijk is van de niet-EU ouder, met de niet-EU ouder mee. Indien dit zich zou voordoen, dan zou het recht van het kind worden ontnomen om als een Unieburger in de EU te wonen. Het HvJ EU heeft daarom bepaald dat in zulke gevallen de niet-EU ouder in de EU mag verblijven en het verblijfsrecht moet kunnen verkrijgen.
De Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) gaf een verkeerde interpretatie aan het Zambrano arrest. De IND is de afgelopen jaren onterecht ervan uitgegaan dat de Nederlandse ouder van het kind helemaal buiten beeld moest zijn. De IND vond dat als de Nederlandse ouder gezag over het kind heeft en hij of zij nog steeds in Nederland woont, dan kan deze ouder voor het kind zorgen. Zelfs als de Nederlandse ouder vanwege verschillende redenen niet voor het kind kan of wil zorgen. Daarnaast vond de IND dat de Nederlandse ouder gebruik kan maken van hulp en ondersteuning bij zorg en opvoeding die van overheidswege of door maatschappelijke organisaties wordt geboden. Dan kwam de niet-EU ouder ook niet aanmerking voor een verblijfsvergunning.
Op 10 mei 2017 wees het HvJ EU het Chavez-Vilchez arrest. De HvJ EU heeft bepaald dat zelfs als een ouder met de EU nationaliteit zorg voor het kind kan en wil dragen, dit dan geen directe reden mag zijn om geen verblijfsrecht toe te kennen aan de ouder zonder EU nationaliteit. De immigratiediensten moeten rekening houden met de afhankelijkheid van het kind bij de niet-EU ouder. Daarnaast moeten ze rekening houden met de leeftijd van het kind, de lichamelijke en emotionele ontwikkeling van het kind en de relatie tussen het kind en de ouders. Ook moeten de immigratiediensten overwegen of er een risico ontstaat voor het evenwicht van het kind indien het kind van de niet-EU ouder wordt gescheiden.
Op 14 juli 2017 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een brief gezonden aan de Tweede Kamer. In de brief geeft de Staatssecretaris aan dat hij van plan is om het huidige beleid aan te passen. In de brief bevestigt de Staatssecretaris dat zelfs als de Nederlandse ouder bereid is voor het kind te zorgen, moet worden aangetoond dat indien de niet-EU ouder het land moet verlaten, dit geen negatieve gevolgen heeft voor het kind.
Indien een niet-EU ouder in het kader van het Chavez-Vilchez arrest een verblijfsvergunning aanvraagt, dan hoeft de ouder niet te voldoen aan het mvv-vereiste, hoeft die niet aan te tonen dat die over voldoende middelen van bestaan beschikt en hoeft die geen inburgeringsexamen te maken.
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen: Mynta Law te Den Haag, +31 (0) 70205 1160 of info@mynta.nl.
comments powered by Disqus