Veel mensen in Nederland zijn op de hoogte van de verschillende type verblijfsvergunningen en dat elke type verblijfsvergunning haar eigen voorwaarden kent. Ook de verblijfsvergunning voor gezinshereniging kent haar voorwaarden (noot: relaties die door de Nederlandse wet worden erkend, omvat huwelijkspartnerschap, geregistreerd partnerschap en relaties die op een lijn kunnen worden gesteld met een huwelijk). Over het algemeen geldt voor tijdelijke verblijfsvergunninghouders, zoals houders van een studievergunning, werkvergunning en hĂșn echtgenote(n)(s) geen voorwaarde tot het behalen van een basisexamen inburgering. Dit, in tegenstelling tot niet-tijdelijke vergunninghouders, zoals houders van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, houders van een zelfstandige verblijfsvergunning en houders van een Nederlands paspoort. Voor de echtgenoten/echtgenotes van deze houders geldt dat zij wel verplicht zijn voor het slagen van het inburgeringsexamen bij een verzoek tot gezinshereniging.
De vraag speelt nu, wat als de echtgenoot/echtgenote van de niet-tijdelijke vergunninghouder er maar niet in slaagt om het inburgeringsexamen met succes te behalen? Moeten partijen dan opgeven? Ik kan u uitdrukkelijk vertellen om dat niet te doen, anders krijgt u daar de rest van uw leven spijt van. Waarom? Omdat de Nederlandse rechter deze maand voor het eerst anders heeft geoordeeld over het al dan niet behalen van het inburgeringsexamen en wat dat betekent voor gezinshereniging. Dit oordeel is naar verwacht van groot belang voor families die worstelen met het behalen van dit inburgeringsexamen. Laat ik de achtergrond van deze zaak kort introduceren:
Xiao Ming (fictieve naam) is houder van een Nederlands paspoort en heeft altijd al een aanvraag willen indienen voor zijn echtgenote Xiaohong (fictieve naam) om naar Nederland te komen. Echter heeft Xiaohong al acht keer sinds november 2016 getracht het inburgeringsexamen te behalen, maar is haar dat na acht keren nog immer niet gelukt. Xiao Ming had haast en heeft de aanvraag voor gezinshereniging direct bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst ingediend in de hoop dat de IND overgaat tot het inwilligen van de aanvraag. Echter de IND heeft de aanvraag om een simpele reden afgewezen, namelijk Xiaohong mag niet naar Nederland omdat zij het inburgeringsexamen niet heeft behaald. Xiao Ming en Xiaohong waren erg teleurgesteld, maar ze weigerden op te geven, dus zijn ze in beroep gegaan bij de Nederlandse rechter.
Nadat de rechter de argumenten van beiden partijen heeft aangehoord, heeft de rechtbank de volgende overwegingen gemaakt: Iedereen heeft het recht om herenigd te worden met familie. Wanneer het voor een vreemdeling bijna onmogelijk wordt om te worden herenigd met zijn familie, omdat hij niet in staat is om het basisexamen inburgering in het buitenland te behalen, dan moet de IND overwegen of het een mogelijkheid is om een vrijstelling voor het examen te geven. Natuurlijk moet de IND objectieve aspecten in acht nemen waarom de vreemdeling het examen niet heeft behaald, zoals de leeftijd van de vreemdeling, opleidingsachtergrond, economische status en gezondheidstoestand. In aanvulling hierop moet ook gekeken worden naar de inspanningen die de vreemdeling heeft verricht voor het behalen van het examen. Wanneer de aanvrager al drie keer het examen heeft gemaakt en een aantal onderdelen ervan wel heeft behaald, kan daarmee aangetoond worden dat de aanvrager de nodige inspanningen heeft verricht voor het behalen van het examen. In de zaak van Xiao Ming en Xiaohong heeft de IND geen rekening gehouden met de redenen waarom Xiaohong het examen niet heeft behaald en welke inspanningen Xiaohong heeft verricht. De rechter heeft in de situatie van Xiaohong geoordeeld dat de opleidingsachtergrond en het leervermogen zwak zijn en dat zij reeds acht keer heeft getracht om het examen te behalen, wat aantoont dat zij de nodige inspanningen heeft verricht. Met dit oordeel van de rechter heeft de IND de zaak verloren.